RADIOPRAATJE 137 -
20/11/2001
Dames en Heren,
beste vrienden,
Misschien verbaast
het u dat ik in mijn Vlaams dagboek over Denemarken ga praten. Dat doe ik
natuurlijk niet zonder reden. Al meer dan een jaar geleden hebben de Denen in
een bindende volksraadpleging beslist de Deense kroon niet in te ruilen voor de
Euro. Daarmee gingen zij in tegen de zin van veruit de meeste politici en van de
regering, waarmee nog maar eens bewezen wordt, dat een zogezegd democratisch
verkozen regering niet steeds de democratische wil van het volk vertolkt.
Wat de Denen ertoe
bewogen heeft om de Euro af te wijzen, heeft diepliggende oorzaken. Vlak voor
die volksraadpleging vond op de Vlaamse radiozender VRT1 een vraaggesprek
daaromtrent plaats. En daar werden merkwaardige dingen gezegd over de identiteit
van de Denen. Want daar draait het allemaal om. In links-progressieve kringen
heeft men een broertje dood aan de identiteit van een volk. Daar beweert men
zelfs dat zoiets niet bestaat. Maar de Denen denken daar anders over. Hun
geografische ligging speelt bij die identiteit een grote rol. Denemarken ligt,
omringd door de zee, als een hoofd boven Duitsland en vormt als het ware een
schakel tussen de Skandinavische en de Europees-continentale wereld. Soms voelen
ze zich Skandinaven, dan weer Europeanen. Zij lijden met hun identiteit niet aan
isolement, wel integendeel. Al van in de tijden der Vikings vormden zij een
schakel, als het ware een brug.
Hun euroscepticisme
is ontstaan tijdens de laatste anderhalve eeuw. In 1813 verloren zij Noorwegen,
dat van hen onafhankelijk werd. Daarop volgde een grote depressie tot aan de
afschaffing van het koninklijk absolutisme in 1849. Tot na de eerste
wereldoorlog keerden zij zich verongelijkt in zichzelf en daar versterkte dan
die culturele identiteit en het nationale gevoel. Denemarken is een van de
weinige landen waar taal en cultuur volmaakt binnen de nationale grenzen vallen.
Die identiteit is een rem op Europese integratie. Denen voelen zich het best als
ze zichzelf kunnen zijn. Zij kanten zich fel tegen autoritaire, centralistische
beslissingen. En inderdaad, in de EU heerst weinig transparantie in de
besluitvorming en wordt de macht veel te veel gecentraliseerd.
Vele Denen vrezen,
terecht trouwens, dat bij de volledige toetreding tot de EU hun soevereiniteit
in vraag zal worden gesteld. Soevereiniteit is voor hen een sleutelbegrip en in
Denemarken is de weg tussen volk en macht bijzonder kort.
De Denen vragen zich
bovendien af wat er zal gebeuren met hun welvaartstaat. Zij hebben bv. een
basispensioen voor iedere Deen, onderwijs, gezondheidszorg, alles is gratis,
want wordt betaald met de belastingen die iedereen afdraagt. Wie zal in
Denemarken dat systeem komen uitputten zonder er een prestatie voor in de plaats
te stellen? En zal er ten aanzien van de sociale welvaart niet een nivelering
naar onderen plaats vinden?
Wat de Denen verder
zorgen baart zijn de grote financiële en politieke schandalen die aan de top van
de EU tijdens de vorige legislatuur hebben plaatsgevonden. Denemarken hanteert
in dat opzicht een hoge moraal. De sancties die destijds tegen Oostenrijk werden
afgekondigd omwille van de toetreding tot de regering van de rechtse FPÖ van dhr
Haider, heeft hen doen inzien, dat de EU zich inderdaad met echt binnenlandse
zaken van de deelstaten wil bemoeien. Dat is een grote bekommernis. Hun
vreemdelingenpolitiek is bijzonder streng. De Vlaamse, linkse radioreporter
bekloeg zich over de extra pascontroles aan de Deense grens telkens een vreemde,
zeg maar donkerhuidige persoon zich daar aandiende.
Dit verhaal vertel
ik, omdat in sommige landen volksnationalisme heerst, dat die naam niet draagt,
maar het wel is. En Denemarken is geen alleenstaand geval. Niet elke Europese
staat schijnt bereid te zijn de eigen identiteit te grabbel te gooien. Maar in
vele middens wordt dat afgedaan als kortzichtig egoisme, of zelfs als regelrecht
racisme. Als het kind maar een naam heeft.
In Nederland werd
zopas de belangrijke boekenprijs der Nederlandse letteren toegekend aan de
bekende Nederlandse schrijver Gerard Reve. Omdat het vriendje van de auteur een
notoir pedofiel is, die daar bovendien ronduit voor uitkomt, heeft onze Vlaamse
minister van cultuur aan de Belgische koning ontraden om zelf die prijs te
overhandigen. Vooral omdat alle contacten met Gerard Reve via zijn pedofiele
vriend moesten lopen. Reve is immers doodziek en in zijn plaats een pedofiel
naar het hof sturen? Grote consternatie! Niet te tellen auteurs hebben zich met
Gerard Reve solidair verklaard en de bekroonde literator weigert verder nog zijn
prijs in ontvangst te nemen. Onze minister reageerde verontwaardigd en
verklaarde dat hij niet kan aanvaarden, dat allerhande auteurs en intellectuelen
een paar jaar geleden hun steun betuigden aan de slachtoffers van pedofilie,
maar naderhand met de mantel der liefde bedekken en onvermeld willen laten
dezelfde seksuele afwijking van het vriendje van Gerard Reve. Ik heb begrip voor
het standpunt van onze minister, al ligt de brave man niet altijd bij mij in de
bovenste lade. Stilzwijgend aan toegegeven pedofilie voorbijgaan, kan in deze
tijd niet meer. Wij werden in dit land te zeer geschokt door wat dit soort
uitschot heeft aangericht.
Pedofilie,
homofilie, biseksualiteit, transseksualiteit, je hoort niet anders in de wereld
van kunst, film en televisie. Ik begin te vrezen, dat, als je gewoon met je
eerste vrouw getrouwd gebleven bent, je binnenkort nederig je
verontschuldigingen moet aanbieden.
Met mijn
vriendelijke groet vanuit Vlaanderen en tot wederhoren.